Open ruggetje en waterhoofd heten samen ‘neurale buisdefect’. Het komt voor bij 1 op de 2000 baby’s, in totaal zijn dat ruim 100 baby’s per jaar. Bij die baby’s gaat er aan het begin van de zwangerschap iets mis met de vorming van het hoofdje of de ruggengraat en dat komt niet meer goed.
In 1991 toonden Engelse artsen aan dat het aantal baby’s met open ruggetje of waterhoofd met meer dan 50% afneemt als alle moeders dagelijks 400 microgram foliumzuur slikken. Daar moesten ze minstens een maand vóór ze zwanger werden mee beginnen. Foliumzuur is één van de B-vitamines. Het is nodig voor het maken van nieuw DNA en van nieuwe cellen. Bij volwassenen veroorzaakt een tekort aan foliumzuur een tekort aan rode bloedcellen. Dat veroorzaakt bloedarmoede. Die vorm van bloedarmoede is zeldzaam, want er zit genoeg foliumzuur in brood, groenten, leverworst, melk, fruit en zelfs in bier. Maar sommige foetussen krijgen in de eerste dagen van de zwangerschap kennelijk niet genoeg foliumzuur om het DNA te maken dat nodig is voor de aanleg van hoofdje en ruggengraat, en dan ontstaat een neurale buisdefect.
In de Verenigde Staten en Canada wordt sinds 1997 foliumzuur verplicht toegevoegd aan het brood. Het aantal baby’s met open ruggetjes daalde daarna met 20 tot 50%. De Gezondheidsraad gaf in februari minister Klink in overweging om bij ons ook foliumzuur in het brood te doen. Is dat een goed idee?
In de Verenigde Staten had men weinig keus. De meeste zwangerschappen waren en zijn er niet gepland, dus het had weinig zin om vrouwen te adviseren foliumzuur te slikken als je plannen hebt om zwanger te worden. Bovendien waren er in de jaren negentig serieuze aanwijzingen dat extra foliumzuur volwassenen beschermt tegen hart- en vaatziekten en kanker. Het leek dus voor iedereen goed.
Anno 2008 ligt dat in Nederland anders. Bij ons plannen de meeste vrouwen hun zwangerschap. Steeds meer van die vrouwen slikken foliumzuurtabletjes, en het aantal baby’s met neurale buisdefect neemt van jaar tot jaar af. Daarnaast blijkt het effect van foliumzuur op andere ziekten minder gunstig te zijn dan we 10 jaar geleden dachten. Als foliumzuur iets doet tegen hart- en vaatziekten is het niet veel. Voor kanker ligt het nog problematischer. Van jongs af aan genoeg foliumzuur eten lijkt de kans te verkleinen dat je later kanker krijgt. Bij ouderen zijn er echter aanwijzingen dat een beginnende tumor sneller gaat groeien als je extra foliumzuur binnenkrijgt. Als je dus al kanker hebt zou dat door foliumzuur erger worden. De aanwijzingen daarvoor zijn zwak en tegenstrijdig, maar als het K-woord is gevallen moeten we ons wel drie keer bedenken voor we iets door het brood doen. Ik denk dat toevoegen van foliumzuur aan brood geen optie is.
Dat versterkt de noodzaak om alle vrouwen uit te leggen dat ze foliumzuur moeten nemen vóór ze zwanger worden, vooral de laag opgeleide allochtone vrouwen die dat nu niet doen. Er zijn trouwens meer dingen die vrouwen moeten weten vóór ze zwanger worden: ze hebben mogelijk extra vitamine D nodig of een injectie tegen rode hond, schadelijke geneesmiddelen moeten worden afgebouwd, eventuele suikerziekte moet onder controle worden gebracht, en bij erfelijke ziekten in de familie moet er over worden nagedacht of de foetus op die ziekte moet worden getest.
Tegen de tijd van de eerste zwangerschapscontrole bij 12 weken is het voor al die maatregelen te laat. Vandaar dat de Gezondheidsraad voorstelt dat in de toekomst huisartsen of verloskundigen contact opnemen met alle stellen die wellicht een baby willen. Dat is een hele onderneming, maar elk open ruggetje dat wordt voorkomen is er één.
Uit: De Volkskrant, katern Hart en Ziel, 19 april 2008