‘Is het verantwoord om alcoholvrij bier aan te bieden aan jongeren?’ Vier scholieren wilden daar een onderzoek naar doen en vroegen mij om advies. Meestal zeg ik nee op die dingen, maar hier was de opdrachtgever een brouwerij. Dat maakte het pikant.
Alcoholvrij bier bevat minder suiker dan cola, maar waar het om draait is natuurlijk of alcoholvrij bier de overstap naar gewoon bier vergemakkelijkt. Dat staat niet vast, al zijn er aanwijzingen in die richting.[1]Jongeren zelf denken wel dat alcoholvrij bier een opstapje vormt naar gewoon bier[2] en staatssecretaris Blokhuis denkt dat kennelijk ook. Hij heeft in het Nationaal Preventie Akkoord vast laten leggen dat alcoholvrij bier niet bestemd is voor jongeren onder de 18 jaar. Reclame ervoor mag sinds kort ook niet meer op die leeftijdsgroep worden gericht.[3]
Interessant dus dat een brouwer dit door scholieren laat onderzoeken. Ik stelde de jongelui een andere onderzoeksvraag voor: wat voor effect op de uitkomst heeft het, als onderzoek gebeurt in opdracht van een bedrijf? Een tijd lang hoorde ik niets. Toen kreeg ik een mail van de opdrachtgever tevens eigenaar van de brouwerij. Hij legde uit dat de leerlingen op zoek waren naar een onderwerp, ze kwamen toevallig bij hem terecht en hij had een vraag over alcoholvrij bier waar hij ze bij kon begeleiden. Het klonk allemaal vrij onschuldig. Maar intussen is het nog steeds zo dat opdrachtonderzoek te vaak gunstig uitpakt voor de opdrachtgever.[4]
Wetenschappers die onderzoek doen in opdracht van bedrijven krijgen daar van het bedrijf subsidie voor. Dat schept op zich al verplichtingen. Het leidt ook tot etentjes, congresreizen en kerstpakketten betaald door het bedrijf.[5] Onderzoekers werpen de suggestie dat ze daardoor worden beïnvloed met kracht van zich af. Ze zijn er oprecht van overtuigd dat hun wetenschappelijk oordeel en handelen niet worden beïnvloed door een etentje. Inderdaad komt het niet veel voor dat onderzoekers bewust hun onderzoek en hun uitkomsten vervalsen om een sponsor te gerieven.[6] Wel geeft het krijgen van een geschenk de ontvanger onbewust het gevoel dat hij iets terug moet doen. Wetenschappers vinden het moeilijk om dat van zichzelf te geloven.[7] Bij artsen in de VS dacht eenenzestig procent dat ze na een bezoek van een vertegenwoordiger van een farmaceutische industrie, met bijbehorende cadeautjes, niet meer geneesmiddelen van dat bedrijf zouden gaan voorschrijven. Vierentachtig procent dacht echter dat hun collega’s dat wèl zouden doen.[8] Dat deden artsen inderdaad vaak, ook als ze dat van zichzelf niet geloofden.[9] Positieve illusies over de eigen kwaliteiten zijn wijd verbreid;[10] de meeste mensen denken dat ze beter autorijden dan de gemiddeld automobilist.[11]
Eten van iemand krijgen is een krachtige stimulans om iets terug te doen.[12] Samen met de gegroeide persoonlijke contacten en het belang van de onderzoekssubsidie maakt dat de wetenschapper terughoudend om iets nadeligs over het product van zijn opdrachtgever naar buiten te brengen. Bij het ontwerpen van de studie, de analyse en interpretatie van de data en het communiceren naar de media gaat hij onwillekeurig uitkomsten die vervelend zijn voor de opdrachtgever vermijden of verzachten. Daardoor komen die studies meestal gunstig uit voor de sponsor die ze heeft betaald.[13]
Sociaalpsychologen en antropologen hebben de effecten van geschenken uitgebreid bestudeerd, van Papoea’s in Nieuw Guinea tot miljardairs in de VS.[14] Daaruit blijkt telkens weer dat het geven van geschenken de gever dominantie geeft over de ontvanger. Zelfs het krijgen van een pen, een pakje sigaretten of een kop koffie creëert een gevoel van verplichting; de ontvanger hoort iets terug te doen.[15] De regel dat ambtenaren alleen geschenken onder de vijftig euro mogen aannemen helpt dus minder dan men denkt.[16] Vandaar misschien dat farmaceutische bedrijven hun eigen medewerkers al heel lang verbieden om zelfs het kleinste cadeautje aan te nemen.[17]
Ik ken dat gevoel van verplichting uit eigen ervaring en u misschien ook. Een aantal jaren geleden vroeg een captain of industry mij om hem bij te praten over voeding. Doe ik graag, zei ik, zolang ik mijn eigen koffie mag betalen. Tuurlijk, geen probleem! Na een geanimeerd gesprek verdween hij naar achteren en betaalde voor ons beiden de rekening. Toen ik erop stond mijn koffie zelf te betalen protesteerde hij. Bedrag van niks! Uiteindelijk accepteerde hij morrend mijn €5,20.
Bij dokters is het aannemen van cadeaus van de industrie nu wat teruggedrongen.[18] Scholen daarentegen moedigen leerlingen juist aan om onderzoekjes te doen in opdracht van een bedrijf. Dat is de geest des tijds. Ooit waren onze helden militairen zoals Jan van Speijk (“dan liever de lucht in!”), kunstenaars zoals Rembrandt of staatslieden zoals Drees. De held van onze tijd is de jonge startup ondernemer; leerlingen worden aangemoedigd zich te koesteren in zijn uitstraling. Iets meer scepsis tegenover bedrijven zou voor kinderen gezonder zijn. En geen bier, niet met en niet zonder alcohol.


[1] https://expertisecentrumalcohol.trimbos.nl/items/details/mogelijke-ongewenste-effecten-van-alcoholvrije-dranken
Kinjo, A., Imamoto, A., Ikeda, M., Itani, O., Ohida, T., Kaneita, Y., Kanda, H., Tanihata, T., Higuchi, S., and Osaki, Y. (2017). The Association Between Alcohol-Flavoured Non-Alcoholic Beverages and Alcohol Use in Japanese Adolescents. Alcohol and Alcoholism 52, 351–357.
[4] KNAW (2005). Wetenschap op Bestelling - over de omgang tussen wetenschappelijk onderzoekers en hun opdrachtgevers. www.knaw.nl/nl/actueel/publicaties/wetenschap-op-bestelling
Köbben, A.J.F. en Tromp, H. (1999). De onwelkome boodschap. Of hoe de vrijheid van wetenschap bedreigd wordt. Amsterdam: Mets en Schilt.
Krimsky, S. (2013). Do Financial Conflicts of Interest Bias Research?: An Inquiry into the “Funding Effect” Hypothesis. Science, Technology, & Human Values 38, 566–587.
[6] Fanelli, D. (2009). How many scientists fabricate and falsify research? A systematic review and meta-analysis of survey data. PLoS One 4, e5738. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/19478950/
 
[7] Hodges, B. (1995). Interactions with the pharmaceutical industry: experiences and attitudes of psychiatry residents, interns and clerks. CMAJ 153, 553–559. www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1487391
[8] Steinman, M.A., Shlipak, M.G., and McPhee, S.J. (2001). Of principles and pens: attitudes and practices of medicine housestaff toward pharmaceutical industry promotions. The American Journal of Medicine 110, 551–557.
[9] Wazana, A. (2000). Physicians and the Pharmaceutical IndustryIs a Gift Ever Just a Gift? JAMA 283, 373–380. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/10647801/
[10] Taylor, S.E., and Brown, J.D. (1988). Illusion and well-being: A social psychological perspective on mental health. Psychological Bulletin 103, 193–210.
[11] Svenson, O., Fischhoff, B., and MacGregor, D. (1985). Perceived driving safety and seatbelt usage. Accident Analysis & Prevention 17, 119–133. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/4096780
[12] Schwartz, B. (1967). The Social Psychology of the Gift. American Journal of Sociology 73, 1–11.
[13] Unsavory Truth: How Food Companies Skew the Science of What We Eat. Basic Books, 2018. www.hachettebookgroup.com/titles/marion-nestle/unsavory-truth/9781541697119/
Katan, M.B. (2007). Does industry sponsorship undermine the integrity of nutrition research? PLoS Med 4, e6: 1-2. https://journals.plos.org/plosmedicine/article?id=10.1371/journal.pmed.0040006
[14] Claude Levi-Strauss, "The Principle of Reciprocity" in Lewis A. Coser and Bernard Rosenberg (eds.), Sociological Theory (New York: Macmillan Co., 1965), p. 76. Margaret Mead. Sex and Temperament (New York: New American Library, 1962), pp. 34-35. Geciteerd in Schwartz 1967.
[15] Katz, D., Caplan, A.L., and Merz, J.F. (2003). All Gifts Large and Small. The American Journal of Bioethics 3, 39–46.
[16] Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij provincies, gemeenten en waterschappen (2021) www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/05/14/handreiking-integriteit-van-politieke-ambtsdragers-bij-provincies-gemeenten-en-waterschappen
[17] Randall, T. (1991). Ethics of Receiving Gifts Considered. JAMA 265, 442–443.
[18] De inspectie legde van 2016 t/m 2020 in totaal vier keer aan farmaceuten een boete op voor ‘gunstbetoon’, dus voor het onterecht geven van cadeaus of geld aan artsen. Geen van de ontvangende artsen kreeg een boete. https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/nieuwsartikel/afgelopen-vijf-jaar-geen-boetes-voor-artsen-wegens-gunstbetoon-.htm 
  Correctie 4 juni 2022, met dank aan Roos Vonk: 61% en 84% waren verwisseld.