Eerst de reden waarom ik de uitkomst van dat onderzoek onaannemelijk vind. De Zweedse onderzoekers hadden 100.000 mannen en vrouwen laten opschrijven wat ze aten en dronken en hielden bij wie er in de volgende 20 jaar doodging. Melk drinken verdubbelde de kans daarop. Als dat waar is, zouden vier glazen melk per dag even dodelijk zijn als roken, of als 47 kg overgewicht.[2] Er zijn tientallen eerdere studies gedaan naar melk en geen vond zo’n toename in sterfte. [3] Zouden die allemaal dit enorme effect hebben gemist? Laat die Zweden de zaak eerst nog maar eens goed narekenen. Ze onderkenden gelukkig wel de beperkingen van hun onderzoek en vermeden daarom bewust de publiciteit.[4] Die ‘dodelijke melk’ is vermoedelijk bedacht door een persbureau zoals Reuters of het ANP; de media namen dat over.[5]
Je zou kunnen zeggen: dergelijk onderzoek moet niet gepubliceerd worden, dan komen er ook geen verwarrende verhalen in de krant. Maar zo werkt de wetenschap niet. Uiteindelijk is er voor ieder fatsoenlijk uitgevoerd en opgeschreven onderzoek een wetenschappelijk tijdschrift te vinden dat het opneemt. Het voordeel daarvan is dat er geen briljant onderzoek in de kiem wordt gesmoord. Neem de Nobelprijs van 1978 voor de omzetting van energie in cellen. Rond 1971 deed ik als student mijn afstudeervak in het laboratorium voor Biochemie van professor Slater in Amsterdam. Slater onderzocht hoe in lichaamscellen de energie uit vet en koolhydraten wordt omgezet in beweging en elektriciteit. Hij had daarover een hypothese, daar werd in zijn lab hard aan gewerkt. Peter Mitchell werkte aan een concurrerende hypothese, niet bij een universiteit maar in een Engels landhuis.[6] Die hypothese was heel vreemd, iets met spanninkjes en membranen, en velen in Slater’s lab deden er wat lacherig over. Wat niet hielp was dat Mitchell zijn ideeën publiceerde in grijze schriftjes die hij zelf uitgaf.[7] Ook het tijdschrift Nature nam artikelen van hem op[8] want bij Nature houden ze van een gok; desnoods publiceren ze tien onzinartikelen, als ze maar de primeur hebben van die ene toekomstige Nobelprijswinnaar.
Slater had gegronde kritiek op Mitchell maar toch steunde hij deze concurrent en nodigde hem uit om te spreken op belangrijke congressen.[9] Slater is een gentleman voor wie fair play vanzelf spreekt. Ik denk ook dat hij de betekenis onderkende van Mitchell’s hypothese, al geloofde hij er zelf niet in. En u voelt hem al aankomen: Mitchell won een Nobelprijs.
Een ander voorbeeld is de chemicus Dan Shechtman. Hij werd door de halve wereld belachelijk gemaakt: die quasikristallen die hij ontdekt had, die konden helemaal niet bestaan! Het hoofd van zijn onderzoeksgroep zei dat hij maar eens een leerboek moest bestuderen en ontsloeg hem.[10] Dertig jaar later kreeg hij de Nobelprijs, en allerlei toepassingen van quasikristallen staan voor de deur. Dat was nooit gebeurd als wetenschappelijke tijdschriften zijn vreemde bevindingen hadden afgewezen.
Dit wil niet zeggen dat iedere onderzoeker met rare ideeën een genie is; 99% van de ontdekkingen worden gedaan door 1% van de wetenschappers,[11] die andere 99% vinden nooit iets belangrijks. Maar het wordt pas na vele jaren zichtbaar wie er behoort tot de 1% aan wie de natuur haar geheimen prijs geeft. Om die ene revolutionaire bevinding niet voortijdig de kop in te drukken moeten de andere 99% ook worden gepubliceerd. Dat is niet erg; het slechte onderzoek wordt vergeten, het goede leeft voort.
Nieuwe studies zijn dus zelden revolutionair. Maar universiteiten sturen wel veel pretentieuze persberichten uit. Onderzoekers moeten namelijk het geld voor hun onderzoek steeds meer buiten de deur verdienen, in felle competitie. Als ze dan eerlijk vertellen dat ze maar zelden iets opzienbarends ontdekken krijgen ze geen subsidies. Dus overdrijven wetenschappers noodgedwongen. Bij politieonderzoek is dat anders. Na een moord komen er pakweg 100 tips binnen. De rechercheurs bestuderen die serieus, want je kan niet weten, maar ze maken niet bij elke tip een persbericht met de kop: “Belangrijk spoor! Oplossing nabij?” Dat hoeven ze ook niet, want de politie hoeft niet voor elke moordzaak een subsidiegever te vinden die het onderzoek betaalt.
Ik vind het niet erg dat nieuwe publicaties zelden echt iets nieuws bieden. Ik vind het wel een probleem dat universiteiten en journalisten er persé nieuws van willen maken. Geloof me, er is bijna nooit nieuws over voeding. Sla dus die krantenartikelen en uitzendingen over. Als je wilt weten hoe je gezond moet eten, ga dan naar het Voedingscentrum. Die hebben vooral oud nieuws, maar wat ze zeggen klopt.
================================
Martijn Katan is biochemicus en emeritus hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor bronnen zie mkatan.nl
[2] Vier glazen: het ging om drie of meer vergeleken met minder dan 1 glas per dag.
Roken verdubbelt de kans op vroege sterfte:
Doll,
R., Peto, R., Boreham, J., Sutherland, I., 2004. Mortality in relation to
smoking: 50 years’ observations on male British doctors. BMJ 328, 1519.
doi:10.1136/bmj.38142.554479.AE
Mehta, N., Preston, S., 2012. Continued Increases in the Relative Risk of Death
From Smoking. American Journal of Public Health 102, 2181–2186.
doi:10.2105/AJPH.2011.300489
Vetzucht en sterfte:
Berrington de Gonzalez, A., et al, 2010. Body-Mass Index and Mortality among 1.46 Million White Adults. New England Journal of Medicine 363, 2211–2219. doi:10.1056/NEJMoa1000367 www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1000367#t=article Fig 1A: voor niet-rokende vrouwen was Hazard Ratio = 1.0 bij BMI 22 en HR = 2.0 bij BMI 38.5. Bij mannen was HR =2.0 bij BMI 36.5. Nederlandse vrouwen zijn gemiddeld 1.675 m en mannen 1.808 m (Lengte en gewicht van personen, 2013, http://statline.cbs.nl/) Het verschil in gewicht tussen HR = 1 en HR = 2 is dan resp 46.3 en 47.4 kg, gemiddeld 47 kg.
[3] Zie bijvoorbeeld:
van der Pols JC, Childhood dairy and calcium intake and cardiovascular mortality in adulthood: 65-year follow-up of the Boyd Orr cohort. Heart. 2009;95:1600–6.
Ness AR. Milk, coronary heart disease and mortality. J Epidemiol Community Health. 2001;55:379–82.
Fortes C, Diet and overall survival in a cohort of very elderly people. Epidemiology. 2000;11:440–5.
Paganini-Hill A, Non-alcoholic beverage and caffeine consumption and mortality: the Leisure World Cohort Study. Prev Med. 2007;44:305–10.
Knoops KT, Comparison of three different dietary scores in relation to 10-year mortality in elderly European subjects: the HALE project. Eur J Clin Nutr. 2006;60: 746–55.
Mann JI, Dietary determinants of ischaemic heart disease in health conscious individuals. Heart. 1997;78:450–5.
Kahn HA, Association between reported diet and all-cause mortality. Twenty-one-year follow-up on 27,530 adult Seventh-Day Adventists. Am J Epidemiol. 1984;119:775–87.
Wang, C.,
2015. Milk Drinking and Mortality: Findings From the Japan Collaborative Cohort
Study. Journal of Epidemiology advpub. doi:10.2188/jea.JE20140081
https://www.jstage.jst.go.jp/article/jea/advpub/0/advpub_JE20140081/_article
Soedamah-Muthu, S.S., 2013. Consumption of dairy products and associations with incident diabetes, CHD and mortality in the Whitehall II study. British Journal of Nutrition 109, 718–726. doi:10.1017/S0007114512001845.
Aerde, M.A. van, 2013. Dairy intake in relation to cardiovascular disease mortality and all-cause mortality: the Hoorn Study. Eur J Nutr 52, 609–616. doi:10.1007/s00394-012-0363-z
Goldbohm, R.A., 2011. Dairy consumption and 10-y total and cardiovascular mortality: a prospective cohort study in the Netherlands. Am J Clin Nutr 93, 615–627. doi:10.3945/ajcn.110.000430
Bonthuis, M., 2010. Dairy consumption and patterns of mortality of Australian adults. Eur J Clin Nutr 64, 569–577. doi:10.1038/ejcn.2010.45
[4] De universiteit van Uppsala en de afdeling waar het onderzoek werd gedaan stuurden geen persbericht uit: www.uu.se/press/pressmeddelandenwww.ucr.uu.se/sv/index.php/nyheter . De hoofdonderzoeker, Karl Michaëlsson, bevestigde mij telefonisch dat zij geen persbericht hadden uitgestuurd: “I wanted a scientific discussion, not a media storm” (gesprek 4/11/14 6:25 pm)
Het wetenschappelijk tijdschrift British Medical Journal waarin de studie verscheen stuurde wel een persbericht uit maar dat was heel terughoudend. De kop was: High milk intake linked with higher fractures and mortality. Further studies needed before any dietary recommendations can be made, say researchers. www.eurekalert.org/pub_releases/2014-10/bmj-hmi102414.php
[5] AD, Elsevier, Spitsnieuws en nu.nl hadden berichten met deels dezelfde zinnen, die kwamen vermoedelijk uit hetzelfde persbericht. AD en nu.nl gaven als bron ervan ANP.
www.nu.nl/gezondheid/3915089/veel-melk-drinken-helemaal-niet-zo-gezond.html
http://www.spitsnieuws.nl/raar/2014/10/dood-door-veel-melk
Buitenlandse media gaven als bron soms Reuters/Kham; onduidelijk of dat alleen een foto of het hele bericht betrof.
[6] Zie p. 296 van: Slater, E. C. (1994). ‘Peter Dennis Mitchell. 29 September 1920-10 April 1992’. Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society 40: 282–226. doi:10.1098/rsbm.1994.0040 Ook andere details heb ik daaraan ontleend.
[7] Mitchell. P. (1966). Chemiosmotic Coupling in Oxidative and Photosynthetic Phosphorylation. Glynn Research Ltd., Bodmin, 192 pp.
[8] Mitchell, P., 1961. Coupling of Phosphorylation to Electron and Hydrogen Transfer by a Chemi-Osmotic type of Mechanism. Nature 191, 144–148. doi:10.1038/191144a
[9] Mitchell’s eerste presentatie van zijn hypothese buiten Engeland was op een Bari conferentie georganiseerd door Slater. Zie Slater, E. C. (1994). "Peter Dennis Mitchell. 29 September 1920-10 April 1992". Biographical Memoirs of Fellows of the Royal Society 40: 282–226. doi:10.1098/rsbm.1994.0040
[10] The Nobel Prize in Chemistry 2011—Dan Shechtman. Press Release, 5 October 2011. www.nobelprize.org/nobel_prizes/chemistry/laureates/2011/press.html
Ridiculed crystal work wins Nobel for Israeli. www.reuters.com/article/2011/10/05/nobel-chemistry-idUSL5E7L51U620111005
Dan Shechtman: 'Linus Pauling said I was talking nonsense'. The Israeli Nobel laureate discusses the discovery that caused a furore among fellow scientists. The Observer, Sunday 6 January 2013. www.theguardian.com/science/2013/jan/06/dan-shechtman-nobel-prize-chemistry-interview
[11] Gezegd door de ontdekker van neurotransmitters Julius Axelrod, geciteerd door zijn leerling Solomon Snyder. Snyder S.H., 2005. The Audacity Principle in Science. Proceedings of the American Philosophical Society 149, 141–158.
Volgens een theorie die – ten onrechte! – is toegeschreven aan Ortega y Gasset http://en.wikipedia.org/wiki/Ortega_hypothesis vordert de wetenschap vooral dankzij het werk van een grote massa middelmatige onderzoekers. Diverse onderzoeken laten zien dat dat niet waar is:
Cole, J.R., Cole, S., 1972. The Ortega Hypothesis Citation analysis suggests that only a few scientists contribute to scientific progress. Science 178, 368–375. doi:10.1126/science.178.4059.368
Lutz Bornmann, Felix de Moya Anegon, Loet Leydesdorff. Do Scientific Advancements Lean on the Shoulders of Giants? A Bibliometric Investigation of the Ortega Hypothesis. PlosOne 2010. www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0013327
(In werkelijkheid geloofde Ortega y Gasset zelf totaal niet in de zogenaamde “Ortega-hypothese”; hij is systematisch fout geciteerd. Zie: Száva-Kováts, E., 2004. The false “Ortega Hypothesis”: a literature science case study. Journal of Information Science 30, 496–508. doi:10.1177/0165551504047823)