Als je ziek bent heb je wel eens zorgen of je huisarts het wel bij het goede eind heeft. Je kunt dan wat gaan googlen maar dan vind je vooral veel halve waarheden en geneeswijzen waar nooit echt van is bewezen dat ze werken. Maar er is een betere manier. Huisartsen bespreken met elkaar namelijk regelmatig wat de beste behandeling is van ziektes. Dat zijn officiële besprekingen, en die leiden tot zogenaamde Standaarden. Daar staat precies in wat een Nederlandse huisarts moet doen bij een bepaalde ziekte. Dat wordt heel kritisch bekeken door deskundige dokters. [1] Wat in een standaard staat dat kun je vertrouwen. Er zijn ruim honderd, over Kinderen met koorts, over Plasproblemen bij oudere mannen en nog veel meer.[2] De meeste huisartsen houden zich er goed aan, maar sommige wat minder. [3]
Daarom is het een goed idee om, voor u naar uw dokter gaat, te kijken of er een standaard is over uw klachten. Ze staan allemaal op internet.[4] Ze zijn wel geschreven in dokterstaal. Er staan ook patiëntenbrieven bij, die zijn gemakkelijker te volgen.
Stel bijvoorbeeld: u denkt dat uw kind allergisch is voor pinda’s, en u heeft gehoord dat je dat kunt vaststellen met een bloedtest. U vraagt de dokter om zo een bloedtest en zij zegt dat dat geen zin heeft! Nou, dat klopt, dat staat in de standaard én in de patientenbrief. [5] [6] Die bloedtest geeft namelijk bij een hoop kinderen ten onrechte aan dat ze allergisch zijn. Voor pinda’s geldt dat voor vier op de vijf kinderen, die zouden dus alle vier voor niks op een dieet zonder pinda’s gezet zijn.[7] Dat is een hele belasting, want kijk maar eens op etiketten in hoeveel etenswaren sporen van pinda kunnen zitten. Die huisarts had dus gelijk dat ze die test niet wou.
Genezen gaat natuurlijk niet volgens een kookboek, maar als je wilt weten of je dokter het goed doet helpt het om zo’n standaard te bekijken. Dan weet je meteen welke vragen je moet stellen.
[1] Procedures voor de ontwikkeling van NHG-standaarden - ‘Het Procedureboek’. Nederlands Huisartsen Genootschap. 2010.
[2] Ik telde er 101. Zie Nederlands Huisartsen Genootschap > Kennis > Richtlijnen > NHG-Standaarden. Plasproblemen heet officieel ‘Bemoeilijkte mictie’.
[3] In het onderzoek van Grol, eind jaren ’90, volgden huisartsen in 67% van de gevallen de richtlijn. Er is echter kans dat degenen die meededen aan dit onderzoek nauwgezetter waren dan de huisartsen die niet meededen. Daarom zeg ik ‘minstens de helft’. (Grol R. Successes and failures in the implementation of evidence-based guidelines for clinical practice. Med Care. 2001.)
[5] NHG Standaard Voedselovergevoeligheid: “Een sIgE-bepaling (voorheen RAST) wordt afgeraden”.
Zie ook: Sicherer SH, Wood RA. Allergy Testing in Childhood: Using Allergen-Specific IgE Tests. Pediatrics. 2012.
[6] NHG patientenbrief. Heeft mijn kind voedselovergevoeligheid. Oktober 2010.
[7] Nicolaou N, Poorafshar M, Murray C, Simpson A, Winell H, Kerry G, et al. Allergy or tolerance in children sensitized to peanut: Prevalence and differentiation using component-resolved diagnostics. Journal of Allergy and Clinical Immunology. 2010.