Een maand geleden belde een RTL-journalist me om te vragen wat voor voedingsadviezen ik zou geven aan het Nederlands elftal. Als voetbal-agnost wist ik niet eens dat er kampioenschappen aankwamen, maar mijn adviezen voor voetballers kon ik zo opdreunen. Die stonden in de map ‘Ajax’ op mijn laptop. Twaalf jaar geleden had ik namelijk een verzoek gekregen of ik mee wou werken aan het Ajax Football Center, een voetbalkenniscentrum-in-oprichting. Ik zei natuurlijk ja. Onze samenwerking met Ajax raakte na anderhalf jaar in het slop. Pas door die vraag van RTL realiseerde ik me weer wat een fascinerend onderzoeksgebied sportvoeding is. Daar valt nog echt iets te ontdekken.
De lijst van adviezen die ik destijds voor Ajax opstelde begon met de noodzaak om de vele soorten bijgeloof te weerleggen die onder topsporters heersen.[2] Toen Johan Cruijff coach was van FC Barcelona mochten de spelers bijvoorbeeld bij de lunch een glas wijn drinken als ze ‘s avonds moesten spelen.[3] Dat was misschien goed voor de team spirit, maar minder voor de sportprestaties.[4] Ze hadden er beter aan gedaan een goede sportdrank te nemen,[5] want van topsport droog je snel uit en dan presteer je minder. Ik had graag de Ajaxspelers voor en na een wedstrijd gewogen; wie tijdens een match meer dan een kilo afvalt heeft te weinig gedronken. Marathonlopers ontdekten een halve eeuw geleden al hoe schadelijk vochttekort kan zijn.[6] Van de weeromstuit gingen sommigen juist te veel drinken[7] en er zijn toen marathonlopers gestorven door watervergiftiging.[8] Het bepalen van de optimale soort en hoeveelheid vocht vereist vakkennis.
Ook met simpele voedingsbestanddelen zoals koolhydraten en eiwitten kan het prestatieniveau worden verhoogd. Opbouw van spierweefsel vereist eiwit. Voor optimale spieropbouw moet je de juiste eiwitten eten op het juiste moment; mijn collega’s in Maastricht weten daar alles van.[9] Verder ben je als topsporter in het voordeel als je zoveel mogelijk van het koolhydraat glycogeen in je spieren hebt. Glycogeen is een opslagvorm van glucose, de brandstof waar spieren optimaal op draaien. Als op driekwart van de wedstrijd de glycogeen in de benen van een speler op is moet er brandstof worden aangevoerd van buiten de spieren en dan kan de motor niet meer op topsnelheid draaien. Door het eten van de juiste soorten en hoeveelheden koolhydraten op trainingsdagen, tijdens een wedstrijd en direct na de wedstrijd[10] kan een speler ervoor zorgen dat zijn spieren de volle negentig minuten glucose als brandstof voor het grijpen hebben.[11]
In vitaminewinkels en op internet zijn honderden supplementen voor sporters te koop. De meeste daarvan doen niets of zijn zelfs schadelijk maar een paar werken wel degelijk. Zo is cafeïne een simpel maar effectief pepmiddel, het dringt door in de hersenen en blokkeert daar vermoeidheidsreceptoren. Cafeïne werd in 2004 van de dopinglijst afgehaald[12] en sindsdien is het onder wedstrijdsporters een veel gebruikte oppepper. Twee koppen sterke koffie voor de wedstrijd verbeteren de sportprestaties, de reactiesnelheid en de stemming.[13]  Red Bull bevat relatief weinig cafeïne, daar heb je een liter van nodig voor hetzelfde effect. Er is één grote ‘maar’: de oppepper door cafeïne treedt pas op nadat je een week lang cafeïnevrij bent geweest.[14] Wie iedere dag koffie drinkt is niks alerter dan wie nooit cafeïne gebruikt.
Dat wist ik destijds al, maar verhoging van prestaties door het slikken van creatine was voor mij nieuw.[15] Creatine functioneert in de spieren als een soort accu die tijdelijke tekorten aan energie kan overbruggen. Het zit in vlees en vis. Het lichaam kan het ook zelf aanmaken, maar als een sporter extra creatine slikt wordt zijn ‘accu’ groter en kunnen zijn spieren tijdens een wedstrijd zonder onderbreking kracht blijven zetten. Ook creatine geldt niet als doping.
Het meest fascinerende supplement vond ik bicarbonaat, ook bekend als baksoda of zuiveringszout. Misschien herinnert u zich van de scheikundeles dat basische of alkalische stoffen zuren kunnen neutraliseren. Bij zware inspanning verzuren de spieren dus gingen onderzoekers proberen of bicarbonaat daartegen hielp. Ik zou daar zelf nooit aan begonnen zijn; zo simpel kan het menselijk lichaam toch niet werken? Maar andere wetenschappers probeerden het gewoon en o wonder, bicarbonaat verbeterde de prestaties van atleten. Hoeveel het helpt, bij wie het helpt en hoe het werkt is nog onduidelijk.[16]
Dat stond allemaal in mijn map ‘Ajax’ van twaalf jaar geleden. Intussen zijn er nieuwe ontdekkingen bijgekomen, bijvoorbeeld die van nitraat. Dat zit in kunstmest, zo komt het in groenten. Het werd lang verketterd als kankerverwekkend. Ten onrechte[17]. Nitraat blijkt de bloeddruk te verlagen en sportprestaties te verbeteren.[18] Sporters drinken het in de vorm van bietensap.
Helaas dringt er van al die wetenschappelijke kennis te weinig door tot onze topvoetballers, hun voeding is niet optimaal.[19] Het zou voor een journalist een mooie vraag zijn aan Frank de Boer als Nederland eruit vliegt: “hebben de spelers wel goed gegeten?”

[1] Dank aan Prof. Luc van Loon voor zijn waardevolle op- en aanmerkingen bij een concept. Voor de definitieve tekst draagt hij geen verantwoordelijkheid.
[2] Burke, L., Cort, M., Cox, G., Crawford, R., Desbrow, B., Farthing, L., Minehan, M., Shaw, N., and Warnes, O. (2006). Supplements and Sports Foods. Clinical Sports Nutrition. https://www.researchgate.net/publication/29462362_Supplements_and_Sports_Foods
[3] Frits Barend, email aan MBK, 4 juni 2021
[4] Vella, L.D., and Cameron-Smith, D. (2010). Alcohol, Athletic Performance and Recovery. Nutrients 2, 781–789. https://doi.org/10.3390/nu2080781
[5] Coombes, J.S., and Hamilton, K.L. (2000). The Effectiveness of Commercially Available Sports Drinks. Sports Med 29, 181–209. https://doi.org/10.2165/00007256-200029030-00004
[6] Wyndham, C.H., and Strydom, N.B. (1969). The danger of an inadequate water intake during marathon running. South African Medical Journal 43, 893–896.https://journals.co.za/content/m_samj/43/29/AJA20785135_33411
[7] Cohen, D. (2012). The truth about sports drinks. BMJ 345, e4737. https://doi.org/10.1136/bmj.e4737
[8] Kipps, C., Sharma, S., and Pedoe, D.T. (2011). The incidence of exercise-associated hyponatraemia in the London marathon. British Journal of Sports Medicine 45, 14–19. https://doi.org/10.1136/bjsm.2009.059535
Siegel, A.J. (2015). Fatal water intoxication and cardiac arrest in runners during marathons: prevention and treatment based on validated clinical paradigms. Am. J. Med. 128, 1070–1075. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25910792/
[9] Trommelen, J., Betz, M.W., and van Loon, L.J.C. (2019). The Muscle Protein Synthetic Response to Meal Ingestion Following Resistance-Type Exercise. Sports Med 49, 185–197. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/30659499/
[10] Kerksick, C.M., Arent, S., Schoenfeld, B.J., Stout, J.R., Campbell, B., Wilborn, C.D., Taylor, L., Kalman, D., Smith-Ryan, A.E., Kreider, R.B., et al. (2017). International society of sports nutrition position stand: nutrient timing. J Int Soc Sports Nutr 14, 33. https://doi.org/10.1186/s12970-017-0189-4
[11] Williams, C., and Rollo, I. (2015). Carbohydrate Nutrition and Team Sport Performance. Sports Med 45, 13–22. 10.1007/s40279-015-0399-3 https://doi.org/10.1007/s40279-015-0399-3
[13] Kerksick, C.M., Wilborn, C.D., Roberts, M.D., Smith-Ryan, A., Kleiner, S.M., Jäger, R., Collins, R., Cooke, M., Davis, J.N., Galvan, E., et al. (2018). ISSN exercise & sports nutrition review update: research & recommendations. Journal of the International Society of Sports Nutrition 15, 38. https://doi.org/10.1186/s12970-018-0242-y   
[14] Sigmon SC, Herning RI, Better W, Cadet JL, Griffiths RR. Caffeine withdrawal, acute effects, tolerance, and absence of net beneficial effects of chronic administration: cerebral blood flow velocity, quantitative EEG, and subjective effects. Psychopharmacology 2009;204(4):573-585. https://doi.org/10.1007/s00213-009-1489-4  
[15] Kerksick, C.M., Wilborn, C.D., Roberts, M.D., Smith-Ryan, A., Kleiner, S.M., Jäger, R., Collins, R., Cooke, M., Davis, J.N., Galvan, E., et al. (2018). ISSN exercise & sports nutrition review update: research & recommendations. Journal of the International Society of Sports Nutrition 15, 38. . https://doi.org/10.1186/s12970-018-0242-y
[16] Siegler, J.C., Marshall, P.W.M., Bishop, D., Shaw, G., and Green, S. (2016). Mechanistic Insights into the Efficacy of Sodium Bicarbonate Supplementation to Improve Athletic Performance. Sports Medicine - Open 2, 41. https://doi.org/10.1186/s40798-016-0065-9 
Hall, M.M., Rajasekaran, S., Thomsen, T.W., and Peterson, A.R. (2016). Lactate: Friend or Foe. PM&R 8, S8–S15. https://doi.org/10.1016/j.pmrj.2015.10.018
[18] Maughan, R.J., Burke, L.M., Dvorak, J., Larson-Meyer, D.E., Peeling, P., Phillips, S.M., Rawson, E.S., Walsh, N.P., Garthe, I., Geyer, H., et al. (2018). IOC consensus statement: dietary supplements and the high-performance athlete. Br J Sports Med 52, 439–455. https://doi.org/10.1136/bjsports-2018-099027
[19] Brinkmans, N.Y.J., Iedema, N., Plasqui, G., Wouters, L., Saris, W.H.M., van Loon, L.J.C., and van Dijk, J.-W. (2019). Energy expenditure and dietary intake in professional football players in the Dutch Premier League: Implications for nutritional counselling. Journal of Sports Sciences 37, 2759–2767.  https://doi.org/10.1080/02640414.2019.1576256