Jaarlijks verschijnen er ruim een miljoen medisch-wetenschappelijke artikelen. Daarvan raakt uiteindelijk 99% in de vergetelheid, ze blijken onbelangrijk of fout te zijn.[1] Maar in coronatijd veroorzaken nieuwe studies soms overhaaste, excessieve acties. Wat doen we daartegen?

De reden dat die 99% wordt gepubliceerd is dat we de ene procent geniale ontdekkingen voor geen goud willen missen. Alleen kunnen we ze soms in een vroeg stadium moeilijk herkennen. Daarom krijgen wetenschappers bij het openbaar maken van hun bevindingen het voordeel van de twijfel. Peter Mitchell mocht in 1961 met zijn theorie over energieomzettingen in cellen vijf bladzijden van het prestigieuze tijdschrift Nature vullen terwijl veel biochemici het onbegrijpelijke onzin vonden. Uiteindelijk kreeg Mitchell gelijk, en de Nobelprijs. Een ander toptijdschrift, Science, publiceerde artikelen van Stanley Prusiner over infectieuze eiwitten (‘prionen’) als oorzaak van een hersenziekte.[2] Een eiwit als ziektekiem, dat klonk onmogelijk, maar ook Prusiner kreeg gelijk en een Nobelprijs. De 1% bestaat niet alleen uit briljante doorbraken, het kunnen ook kleine puzzelstukjes zijn met grote gevolgen.[3] Bijvoorbeeld het geknutsel van de Japanner Endo aan een stofje uit gist. Dat leidde uiteindelijk tot een nieuwe klasse van  geneesmiddelen, de statines.[4]

Nature publiceert ook artikelen die op termijn niet blijken te deugen. Niet erg, die worden vergeten. Maar in coronatijd komen sensationele studies meteen op de voorpagina van de krant, met soms vergaande gevolgen. Vier voorbeelden daarvan.

In maart verkondigde een Franse professor dat het antimalariamiddel chloroquine hielp tegen corona.[5] De hele wereld ging op jacht naar chloroquine en tienduizenden mensen kregen het, met soms ernstige bijwerkingen.[6] Een paar maanden later bleek uit nieuw en beter onderzoek dat chloroquine niet hielp.

Eveneens in maart publiceerden Amerikaanse onderzoekers dat coronavirus langdurig kan overleven op plastic, metaal en karton.[7] Dat leidde tot immense was- en poetsoperaties. Veel mensen volgden het advies van een huisarts uit Grand Rapids, die op YouTube aanraadde om je supermarktboodschappen drie dagen in de tuin te laten ‘uitzieken’ voor je ze aanraakte.[8] Het onderzoek had echter alleen bewezen dat als je een grote hoeveelheid virus op een stukje metaal of plastic druppelt er dagen later nog kleine beetjes virus meetbaar waren. Nuttige informatie, maar de hoeveelheid virus op een supermarktkar waar iemand op geniesd heeft is veel kleiner en dan moet je het na aanraken ook nog eens in je neus wrijven. Het belang hiervan als besmettingsroute is onzeker.[9] Omdat het onzeker is blijven we karren poetsen, maar verwacht er geen wonderen van.

In april stonden de kranten vol van een Duitse studie bij kinderen.[10] Het rapport suggereerde dat kinderen net zo veel coronavirus in hun neus en keel kunnen hebben als volwassenen. Daarom moesten de Duitse scholen dicht blijven. Toen ik het narekende[11] bleek dat de kinderen gemiddeld vijf keer zo weinig virus hadden als de volwassenen. Volgens de statistische analyses lag het juiste antwoord echter ergens tussen twintig keer minder virus en evenveel virus. De onderzoekers benadrukten ‘evenveel’ en dat kwam in de krant.[12] Het onderzoek is nog niet verschenen in een wetenschappelijk tijdschrift.

Laatste voorbeeld: in juli claimden Britse wetenschappers dat bij patiënten die een besmetting met corona hadden doorstaan de afweer binnen drie maanden weer wegzakte.[13] Dan werkte een vaccin misschien ook maar drie maanden! Ze onderzochten echter niet het optreden van besmettingen na een doorstane coronaziekte of na een vaccinatie, ze maten alleen de gehalten van afweerstoffen in het bloed. Wat die zeggen over de immuniteit tegen corona is omstreden;[14] vaccinatie kan geheugencellen produceren die jaren later bij een besmetting á la minute afweerstoffen kunnen maken. De studie is nog niet geaccepteerd door een wetenschappelijk tijdschrift.

Chloroquine is naar de prullenmand verwezen en de tijd zal leren wat de andere drie studies waard zijn. Een studie is als een puzzelstukje; de hele puzzel kan iets anders tonen dan dat ene stukje suggereert, en veel stukjes passen uiteindelijk nergens. Maar wat moeten we in de tussentijd met al die nieuwe bevindingen over corona? Daarvoor heeft de medische wetenschap een beproefd recept: zet een dozijn onafhankelijke wetenschappers met uiteenlopende expertises bij elkaar en laat die het uitpuzzelen. Zij kennen de technieken en de auteurs en zij weten hoe je studies moet wegen. Zo komen de adviezen van de Gezondheidsraad tot stand en dat werkt.

Voor corona zou je ook zo’n soort Outbreak Management Team – ho wacht even: dat hebben we al! Laten zij die honderden publicaties uit elkaar te plukken en de overheid en onszelf vertellen wat de stand van de wetenschap is. Ze zijn insiders en ze kunnen dat beter dan wij. Dan mogen wij voortaan krantenberichten over nieuwe coronawetenschap negeren. De kans dat ze fout zijn is immers 99 procent.

[1] https://blogs.sciencemag.org/pipeline/archives/2010/06/24/all_those_worthless_papers.
Citatieonderzoek bevestigt dat ‘most of the work used by university physicists in their best papers is produced by only a small proportion of those who are active in the field.’ Cole, J.R., and Cole, S. (1972). The Ortega Hypothesis - Citation analysis suggests that only a few scientists contribute to scientific progress. Science 178, 368–375. www.jstor.org/stable/1735508

Idem voor biomedisch onderzoek: Bornmann, L., de Moya Anegón, F., and Leydesdorff, L. (2010). Do Scientific Advancements Lean on the Shoulders of Giants? A Bibliometric Investigation of the Ortega Hypothesis. PLoS ONE 5, e13327. https://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0013327
Het cijfer van 1% is een ruwe schatting van mij. Het zou betekenen dat er jaarlijks ca tienduizend publikaties verschijnen met belangrijke gevolgen voor de gezondheid. Dat zouden er ook duizend kunnen zijn, dus 0.1%, of honderdduizend, dus 10%.

[2]
Prusiner, S.B. (1982). Novel proteinaceous infectious particles cause scrapie. Science 216, 136–144. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/791911

[4] Endo, A., and Kuroda, M. (1976). Citrinin, an inhibitor of cholesterol synthesis. J. Antibiot. (Tokyo) 29, 841–843.

[5] Prof Didier Raoult: Coronavirus : diagnostiquons et traitons ! Premiers résultats pour la chloroquine www.youtube.com/watch?time_continue=44&v=n4J8kydOvbc&feature=emb_logo

[7] medRxiv preprint posted March 10, 2020. www.medrxiv.org/content/10.1101/2020.03.09.20033217v1?versioned=true

Doremalen, N. van, et al. (2020). Aerosol and Surface Stability of SARS-CoV-2 as Compared with SARS-CoV-1. New England Journal of Medicine 382, 1564–1567

[8] www.youtube.com/watch?v=sjDuwc9KBps

[9] Goldman, E. (2020). Exaggerated risk of transmission of COVID-19 by fomites. The Lancet Infectious Diseases 20, 892–893. www.thelancet.com/journals/laninf/article/PIIS1473-3099(20)30561-2/fulltext

Kanamori, H. (2020). Rethinking environmental contamination and fomite transmission of SARS-CoV-2 in the healthcare. Journal of Infection 26 August 2020. https://doi.org/10.1016/j.jinf.2020.08.041

Thompson, D. (2020). Hygiene Theater Is a Huge Waste of Time. The Atlantic July 27, 2020. www.theatlantic.com/ideas/archive/2020/07/scourge-hygiene-theater/614599/

https://twitter.com/mlipsitch/status/1288825029224992769

[13] Seow, J. et al. (2020). Longitudinal evaluation and decline of antibody responses in SARS-CoV-2 infection. medRxiv preprint doi: https://doi.org/10.1101/2020.07.09.20148429  posted July 11, 2020

[14] Stephens, D.S., and McElrath, M.J. (2020). COVID-19 and the Path to Immunity. JAMA. https://jamanetwork.com/journals/jama/fullarticle/2770758