NRC Column, 6 maart 2010

De wetenschap heeft ons bevrijd van honger, kou en besmettelijke ziekten en gezegend met iPhones, auto’s en de pil, maar er zijn problemen waar de wetenschap geen oplossing voor heeft.

 Hoe voorkomen we hebzucht, onderdrukking en oorlog? Daar is nog geen pil tegen gevonden. Behalve door ruzie en onrecht wordt de mens gekweld door de vraag waartoe hij op aarde is, en ook daarop geven de natuurwetenschappen geen antwoord. Ieder van ons is een tijdelijk samenstel van moleculen in een koud en donker heelal en radiotelescopen ontvangen nooit een boodschap hoe we moeten leven.

Dus ging ik elders zoeken. Dat werd meteen een zoektocht naar mijn joodse wortels. Mijn godsdienstige opvoeding was marginaal, maar ik wist wel dat alle jodendom teruggaat tot de Bijbel, [1] of preciezer tot het eerste driekwart deel daarvan, de Hebreeuwse Bijbel. Christenen noemen dat het Oude Testament. Het Nieuwe Testament is het laatste kwart, dat is ook boeiend, maar het is niet mijn boek. Ik begon bij Genesis. Daarna las ik het verhaal van Davids opgaan, blinken en verzinken,[2]en nu lezen we Jesaja. Ik lees het in het Hebreeuws, samen met vrienden, want alleen kom ik er niet uit. Bovendien wekt het emoties die je wilt delen.

De Hebreeuwse Bijbel is het meest fascinerende boek dat ik ken: hard, geheimzinnig, tragisch, leerzaam en troostend. Het Hebreeuwse origineel is compacter en concreter dan de vertalingen, en het komt daardoor harder aan. Neem het miniverhaal van Michal en Paltiel. Michal was mooi en ondernemend. Ze trouwde met David, maar werd door haar vader bij hem weggehaald en opnieuw uitgehuwelijkt aan Paltiel. Uiteindelijk triomfeerde David en eiste zijn Michal terug. Zij gehoorzaamde en verliet Paltiel, haar tweede echtgenoot. De Bijbel beschrijft diens lot in één zin: “Haar echtgenoot ging met haar mee, huilend achter haar aan, tot aan Bachoeriem. En [generaal] Awner zei tegen hem: Ga terug! En hij ging terug.”[3] In het Hebreeuws zijn dat 14 korte woorden, en die compactheid maakt de treurnis en machteloosheid van Paltiel bij het verlies van zijn vrouw nog onontkoombaarder.

De tekst van de Hebreeuwse Bijbel heeft in 3000 jaar wel wat fouten opgelopen, maar niet veel. De huidige tekst, die omstreeks het jaar 900 door rabbijnen in Palestina werd gecodificeerd, wijkt opmerkelijk weinig af van teksten die al vóór het jaar 0 waren verborgen in grotten bij de Dode Zee en in onze tijd zijn herontdekt. [4] Bijbelrollen werden kennelijk secuur gekopieerd. Nog altijd zijn fouten in het overschrijven van de Bijbel voor joden even onaanvaardbaar als fouten in het kopiëren van de besturingssoftware van een 747 voor Boeing-ingenieurs.

Lezen van de Hebreeuwse Bijbel betekent discussie. Wat staat er en wat betekent het? Wat zeggen de commentatoren en wat vind ik zelf? De tekst is multi-interpretabel door de ingeslopen schrijffouten en het compacte taalgebruik. Bovendien is de context ons vreemd; een krantenartikel van 3000 jaar terug zouden we ook niet helemaal begrijpen. Een extra handicap is dat in de oorspronkelijke tekst alle klnkrs zjn wggltn. Je kunt het dus oneens zijn over wat er staat. In Genesis wordt het beroep van meneer Potifar vertaald met “hoveling”,[5] maar ik ontdekte dat het betreffende woord ook “eunuch” kon betekenen.[6] Dat vond ik een mooie verklaring voor de hardnekkige pogingen van mevrouw Potifar om Jozef in haar bed te trekken. [7] Een klassiek twistpunt voor vertalers is ook de maagdelijke geboorte. [8] In Jesaja 7 staat: almah harah. Hiëronymus vertaalde dat lang geleden met virgo concipiet, “een maagd zal zwanger worden”. [9] Op die vertaling is de Mariacultus gebaseerd. Een meisje dat nooit seks heeft gehad heet in het Hebreeuws echter geen almah, maar een betoelah en die maagdelijke geboorte is dus een vertaalfout. [10]

Heilige teksten vormen een veel gebruikt excuus voor onverdraagzaamheid en moordzucht. Wie zich echter oprecht wil verdiepen in hoe het leven geleefd moet worden, vindt in de Hebreeuwse Bijbel een overvloed aan oefenstof. Ik geef wel eens college over het bestrijden van wetenschappelijke fraude. Voor de bijbelvasten onder mijn gehoor citeer ik daarbij Leviticus 19:17: “Wees niet haatdragend tegen uw broeder. Wijs elkaar terecht: dan maakt u zich niet schuldig aan de zonde van een ander”.[11] Dat is perfect toepasbaar wanneer je merkt dat een collega-wetenschapper knoeit met gegevens. Je moet hem niet onderuit halen, maar hem er onder vier ogen op aanspreken. De andere kant opkijken is ook geen optie; wie dat doet maakt zich medeplichtig.  Het lijkt simpel, maar de dilemma’s in de bijbelse verhalen zijn niet simpel. Saul was een voorbeeldig legercommandant, maar werd na zijn promotie tot koning — een functie die hij niet aankon — een paranoïde tiran. David, toonbeeld van gezond verstand en zelfbeheersing, zag vanaf het dak van zijn paleis een aantrekkelijke vrouw in bad gaan en stormde linea recta zijn noodlot tegemoet. Verdiend? Daar valt over te discussiëren.

Jesaja is het moeilijkste bijbelboek dat ik ken. Deels is dat vanwege de unieke woorden die uitsluitend in dit boek voorkomen. Wat zo’n woord betekent is een gok. Wat Jesaja ook moeilijk maakt, zijn de snelle wisselingen. Historische gebeurtenissen worden afgewisseld met parabels, vermaningen, veldtochten, jubelende vooruitzichten en Jeroen-Boschachtige gruwelen. Het ene moment lijdt de verteller honger in een belegerde stad en het andere moment wordt hij in een met rook gevulde hemeltempel door God zelf opgeroepen tot actie. De vrouwen van de rijken trippelen duur gekleed en rinkelend van de sieraden door Jeruzalem “met uitgestrekte nek” en in de volgende zin zitten ze op de grond met een hoofd vol zweren en met ontblote geslachtsdelen, weerloos tegen plunderende soldaten.[12] De straf voor hoogmoed en onrecht is hard in dit boek. Uit de vele geboden waar voorgaande bijbelboeken mee zijn gevuld, selecteert Jesaja de essentie: gerechtigheid. Ook toen was daar een tekort aan. Als je leest hoe de slimmerds en de sterken manipuleerden met onroerend goed en hoe ze de rechtspraak misbruikten, realiseer je je dat er niets is veranderd. We hebben Blackberry’s in plaats van bazuinen en pistolen in plaats van zwaarden, maar de machtigen misbruiken nog steeds hun positie en de zwakken en vreemdelingen trekken aan het kortste eind. Ik ken geen welsprekender pleidooi voor rechtvaardigheid dan de woorden van deze profeet.

Wordt u na de zoveelste avond zappen van zender naar zender wel eens bevangen door het gevoel dat u uw tijd verdoet? Zet dan uw TV op Marktplaats, leer Hebreeuws, en lees Jesaja.

Literatuurverwijzingen: 


[1] Voor full-text bijbelvertalingen zie: United Bible Societies. The Bible on the Internet. www.biblija.net

[2] I Samuel en II Samuel
 
[3] II Samuel 3:16
 
[4] Zie bijvoorbeeld:
 
PK McCarter Jr. I Samuel. A new trnaslation with introduction and commentary. Anchor Bible, Doubleday 1980
 
Alter R. The David Story. Norton 1999.
 
J Blenkinsopp. Isaiah 1-39. A new trnaslation with introduction and commentary. Anchor Bible, Doubleday 2000.
 
[5] Genesis 39:1
 
[6] WL Holladay, editor. A concise Hebrew and Aramaic lexicon of the Old Testament. Brill. Leiden 1988, p 260.
 
[7] Genesis 39:10
 
[8] Jesaja 7:14
 
[9] United Bible Societies. The Bible on the Internet. www.biblija.net
 
[10] Almah is een "jonge vrouw". Volgens Holladay [6] is het een meisje van huwbare leeftijd of een jonge vrouw die nog geen kinderen heeft gebaard.
 
[11] Willibrord-vertaling
 
[12] Jesaja 3:16-17