NRC Handelsblad, 16 oktober 2012, katern Mens& pagina 6 - 7

Wie inspireerde Martijn Katan (66)? De hoogleraar voedingsleer bewees onlangs dat kinderen veel dikker worden van frisdrank met suiker dan van fris met zoetstof.

‘Wat je weet, pakken ze je nooit meer af’

Mijn moeder huilde bij het eindexamen mulo. De school was voorbij, en ze hield zó van leren. Toen ik naar het gym ging, heeft ze het Griekse alfabet geleerd om me te kunnen overhoren. ‘Wat je weet, pakken ze je nooit meer af’, zei ze. Die eerbied voor kennis heb ik van haar. Ik kan het nog steeds niet aanzien als een boek wordt mishandeld. Boeken weggooien vind ik ook moeilijk.

Ik kwam in 1972 voor promotieonderzoek bij Piet Borst, toen al een knap moleculair bioloog. Zijn passie, zijn religie was om uit te vinden hoe het werkelijk zat. Wie research mag doen is geprivilegieerd, zei hij. Ik voelde me aangetrokken tot wetenschap als houvast in de chaos. Piet heeft dat versterkt. Zijn colleges gaven je een zeldzaam gevoel dat de wereld begrepen kon worden.

Hij wilde wekelijks bij de lunch zien wat je had gedaan, wat je had gemeten, wat je interpretatie was. Wij vreesden die lunchbesprekingen. Je schoot altijd tekort. Piet zag de dingen zoveel eerder; ik heb werkbesprekingen meegemaakt waarin hij met eenvoudige vragen een indrukwekkend wetenschappelijk artikel volledig uit elkaar trok. Inmiddels kan ik dat ook.

Vaak leek hij kil. ‘Heb je vijf minuten?’, vroeg ik. ‘Kan het in twee?’ antwoordde hij, met die scherpe, nasale stem. Toch klopt er zelden iemand vergeefs bij hem aan. Hij is geweldig behulpzaam, ook voor vreemden, maar daar mag niet over gepraat worden. ‘Dat hoor jij net zo te doen, kerel!’ Geen gejeremieer.

Toen ik naar Indonesië wilde voor onderzoek, treuzelde de universiteit met geld voor mijn ticket. Piet zei: ‘Niks uitstel. Jij gaat. Desnoods betaal ik het zelf.’

Het is ook een beetje machismo. Tijdens een presentatie dreigde een promovendus flauw te vallen. Piet ving hem precies op tijd op, zette hem in een stoel en nam het over alsof er niets was gebeurd. ‘Dan hebben we nu tien minuten om het laatste nummer van de Journal of Molecular Biology te bespreken’, zei hij.

Tijdens vier jaar onderzoek bij Piet Borst heb ik éénmaal een compliment van hem gekregen. Kon ik drie dagen door zweven. Ikzelf prijs mijn aio’s wel iets vaker. Het hoeft niet elke dag, maar ik sta iets meer open voor menselijke zwakheden.