Matige drinkers maken inderdaad minder kans op een hartinfarct dan geheelonthouders.[3] De sterfte aan hartinfarcten was vijftig jaar geleden ook lager in Frankrijk, waar mannen bij de maaltijd wijn dronken, dan bij ons.[4] En er was een aannemelijke verklaring voor: alcohol verhoogt het gehalte in het bloed van het ‘goede’ of HDL cholesterol, dat aderverkalking zou tegengaan. Maar het is niet helemaal zuiver om matige drinkers te vergelijken met geheelonthouders, die zijn gemiddeld dikker en bewegen minder,[5] en dat verhoogt hun kans op een hartinfarct. Vergelijkingen tussen Frankrijk en Nederland zeggen ook weinig, landen verschillen in van alles. Verder is er toenemende twijfel of het ‘goede’ HDL cholesterol echt goed voor het hart is.[6]
Het is dus niet zeker dat alcohol beschermt tegen hartinfarcten, maar het zou best kunnen. Anderzijds is alcohol wel een hard drug en je glijdt gemakkelijk door naar probleemdrinken. Vaak merkt de omgeving dat niet. Wist u dat de artsenvereniging KNMG een speciaal steunpunt heeft voor verslaafde dokters?[7] Een alleenstaande vrouw die dagelijks een fles wijn drinkt en een tandarts die pas kan boren met een paar slokjes op weten dat meestal goed te verbergen. Er zijn een half miljoen probleemdrinkers in Nederland.[8] Ze doen hun werk niet meer goed, ze komen in aanraking met de politie en toch drinken ze door. Dat kan nare gevolgen hebben: mond- en keelkanker, borstkanker, depressie, epilepsie, dementie, beroerte, levercirrose, ongelukken, geweld en zelfmoord.[9] Voor vrouwen is zelfs matig drinken niet veilig, want het risico op borstkanker neemt al toe vanaf één glas per dag.[10] Als duizend vrouwen twee glazen per dag drinken krijgen er 101 borstkanker; hadden ze nooit gedronken dan waren het er 88 geweest. Geen groot verschil, maar je zal maar bij die dertien extra gevallen horen.[11]
De meeste bijwerkingen van drank komen niet terug in de sterftestatistieken. Mishandeling, borstkanker, keelkanker of dementie zijn vaak niet dodelijk maar leiden wel tot verlies aan kwaliteit van leven. Alcohol is na sigaretten en hoge bloeddruk de derde oorzaak van verlies aan gezonde levensjaren.[12] We horen dat niet graag, en de alcoholindustrie helpt ons om ons geen zorgen te maken. Daarvoor schakelen ze de wetenschap in; wetenschappers moeten tegenwoordig samenwerken met bedrijven. Twee voorbeelden.
Deense en Nederlandse onderzoekers verzamelden alle studies over bier en overgewicht en concludeerden dat er onvoldoende bewijs is dat je dik wordt van bier.[13] Dat is vreemd: vloeibare calorieën maken dik en bier bevat meer calorieën dan cola. Bierdrinkers zijn dikker dan niet-drinkers maar dat zegt niet alles, misschien eten bierdrinkers meer chips en worst. In laboratoriumexperimenten waarin iedereen hetzelfde at vielen mensen echter anderhalf pond af als ze een aantal weken alcoholvrij in plaats van gewoon bier dronken. Dat lag puur aan de calorieën in bier en het effect was ‘statistisch significant’. De Deens/Nederlandse groep vond ook vier studies waarin vrijwilligers zelf mochten kiezen wat ze dronken als ze geen bier kregen. Dan vielen ze gemiddeldeen pond af. Maar in geen van die vier studies werd vermeld hoeveel dat effect varieerde tussen proefpersonen. Die variatie is nodig om de onzekerheid in de uitkomst – de ‘significantie’ – te kunnen schatten.[14] De onderzoekers hadden die variatie op kunnen vragen, maar dat deden ze niet. Ze stopten de incomplete cijfers in de computer en daar kwam voorspelbaar uit dat het effect op gewicht in die laatste vier studies ‘niet significant’ was. Conclusie: we weten niet wat bier doet op gewicht. Het Bierinstituut, dat het onderzoek betaalde, maakte er een persbericht van dat er onvoldoende bewijs is voor de bierbuik,[15] en de Telegraaf kopte “Geen bierbuik door bier”.[16]
Een andere studie ging over hersenfuncties.[17] Die werd gedaan door TNO met subsidie van de alcoholindustrie. Vrijwilligers kregen vier whisky’s bij de maaltijd en vervolgens werd hun reactievermogen getest. Conclusie: ‘whisky consumption […] does not influence performance’. Whisky zou dus geen effect hebben op de prestaties. De onderzochte prestatie betrof het herkennen van verschillen tussen letters op een computerscherm, bijvoorbeeld tussen b en d. Dat ging niet echt langzamer na whisky.[18] Maar iemand die snel het verschil ziet tussen b en d is daarmee nog niet in staat veilig een auto te besturen. Bovendien werd de test pas afgenomen vier uur na de drank, toen de alcohol grotendeels uit het bloed was verdwenen.[19]
Laat u niet om de tuin leiden door dit soort berichten. Drinken is lekker en gezellig en ik doe het dagelijks, maar niet voor mijn gezondheid. Ik wens u een gezellige kerstmaaltijd met mooie wijnen. Maar schenk de glazen niet te vol.
[1] Rimm, E.B., Klatsky, A., Grobbee, D., Stampfer, M.J., 1996. Review of moderate alcohol consumption and reduced risk of coronary heart disease: is the effect due to beer, wine, or spirits? BMJ 312, 731–736.
Cleophas, T.J., 1999. Wine, beer and spirits and the risk of myocardial infarction: a systematic review. Biomedicine & Pharmacotherapy 53, 417–423. doi:10.1016/S0753-3322(99)80121-8
Rimm, E.B., Stampfer, M.J., 2002. Wine, Beer, and Spirits: Are They Really Horses of a Different Color? Circulation 105, 2806–2807. doi:10.1161/01.CIR.0000022344.79651.CC
Mukamal, K.J., Conigrave, K.M., Mittleman, M.A., Camargo, C.A., Stampfer, M.J., Willett, W.C., Rimm, E.B., 2003. Roles of Drinking Pattern and Type of Alcohol Consumed in Coronary Heart Disease in Men. New England Journal of Medicine 348, 109–118. doi:10.1056/NEJMoa022095
Krenz, M., Korthuis, R.J., 2012. Moderate ethanol ingestion and cardiovascular protection: From epidemiologic associations to cellular mechanisms. Journal of Molecular and Cellular Cardiology 52, 93–104. doi:10.1016/j.yjmcc.2011.10.011
[2] Hollman, P.C.H., Cassidy, A., Comte, B., Heinonen, M., Richelle, M., Richling, E., Serafini, M., Scalbert, A., Sies, H., Vidry, S., 2011. The Biological Relevance of Direct Antioxidant Effects of Polyphenols for Cardiovascular Health in Humans Is Not Established. J. Nutr. 141, 989S–1009S. doi:10.3945/jn.110.131490
[3] Klatsky, A.L., Friedman, G.D., Siegelaub, A.B., 1974. Alcohol Consumption Before Myocardial Infarction: Results from the Kaiser-Permanente Epidemiologic Study of Myocardial Infarction. Ann Intern Med 81, 294–301. doi:10.7326/0003-4819-81-3-294
[4] St Leger, A.S.S., Cochrane, A.L., Moore, F., 1979. Factors associated with cardiac mortality in developed countries with particular reference to the consumption of wine. The Lancet 313, 1017–1020. doi:10.1016/S0140-6736(79)92765-X
[5] Joosten, M.M., Grobbee, D.E., van der A, D.L., Verschuren, W.M.M., Hendriks, H.F.J., Beulens, J.W.J., 2010. Combined effect of alcohol consumption and lifestyle behaviors on risk of type 2 diabetes. Am. J. Clin. Nutr. 91, 1777–1783. doi:10.3945/ajcn.2010.29170
Hvidtfeldt, U.A. et al., 2010. Alcohol intake and risk of coronary heart disease in younger, middle-aged, and older adults. Circulation 121, 1589–1597. doi:10.1161/CIRCULATIONAHA.109.887513
[6] Lloyd-Jones, D.M., 2014. Niacin and HDL Cholesterol — Time to Face Facts. New England Journal of Medicine 371, 271–273. doi:10.1056/NEJMe1406410
[7] Zie http://knmg.artsennet.nl/Diensten/ABSartsen.htm voor verslavingsproblemen bij artsen.
[8] Nationale Drug Monitor - Jaarbericht 2013/2014. Trimbos-instituut en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/2374-justitiebijdrage-nationale-drugs-monitor-(ndm)-2013.aspx
p. 202: Onder de bevolking van 18-64 jaar is het aantal mensen met alcoholmisbruik 395 600. Naar schatting 82 400 mensen zijn alcoholafhankelijk (‘verslaafd’). Ik heb het totale aantal personen met alcoholmisbruik geschat om ook mensen onder de 18 en boven de 64 mee te nemen. Op 1 jan 2014 waren er 16,829,289 Nederlanders. 20-64 j: 10,064,225 van 18-64 (schatting), 10,562,208 van 15-17 en 3,417,007 65+ (CBS). Het totale aantal mensen van 15-100 jaar is dus een derde meer dan het aantal van 18 t/m 64 jaar. Omdat er onder de ouderen minder probleemdrinkers zijn heb ik het aantal probleemdrinkers tussen 18-64 j verhoogd met een vijfde om op het totale aantal van 500 000 probleemdrinkers te komen.
p. 277: Kenmerken van misbruik zijn: verplichtingen thuis op school of op het werk niet nakomen, gebruik in gevaarlijke situaties (bijvoorbeeld autorijden onder invloed), in aanraking komen met justitie en doorgaan met het gebruik ondanks de problemen die daardoor ontstaan.
[9] Rehm J, Room R, Graham K, Monteiro M, Gmel G, Sempos CT. The relationship of average volume of alcohol consumption and patterns of drinking to burden of disease—an overview. Addiction 2003; 98: 1209–28. Zie ook rapporten Gezondheidsraad over Borstkanker; Drinken Bij Zwangerschap; Alcoholblootstelling In Bedrijven.
[10] Hamajima N. Alcohol, tobacco and breast cancer--collaborative reanalysis of individual data from 53 epidemiological studies, including 58,515 women with breast cancer and 95,067 women without the disease. Br J Cancer. 2002
[11] Hamajima et al Br J Cancer 2002: 8.8% bij nul en 10.1% bij twee glazen per dag. Verschil is 1.3 per 100.
[12] Ezzati, M., Lopez, A.D., Rodgers, A., Vander Hoorn, S., Murray, C.J., 2002. Selected major risk factors and global and regional burden of disease. The Lancet 360, 1347–1360. doi:10.1016/S0140-6736(02)11403-6: “Across developed regions, tobacco (12·2%), high blood pressure (10·9%), alcohol (9·2%), high cholesterol (7·6%), and high BMI (7·4%) were consistently the leading causes of loss of healthy life, contributing mainly to noncommunicable diseases and injuries.” West-Europa: extra deaths per year due to alcohol +65 000 in men but –85 000 fewer deaths thanks to alcohol in women (total population 410 mln). Maar bij DALYs (disability-adjusted-life-years) ligt het anders: 3,103,000 gezonde jaren gaan verloren als gevolg van alcohol voor mannen en 416,000 voor vrouwen. Ter vergelijking: DALYs verloren t.g.v. hypertensie 2 624 000 mannen en 1 828 000 vrouwen per year in West Europa,
In de Nederlandse statistieken komt alcohol met 4,5% op de vierde plaats van determinanten van ziekten, na roken (13%), overgewicht (9,7%) en verhoogde bloeddruk (7,8%). Daarbij zijn echter ongevallen niet meegerekend. (Kuunders MMAP (RIVM), Laar MW van (Trimbos-instituut). Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik? www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/alcoholgebruik/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-alcoholgebruik)
[13] Bendsen, N.T., Christensen, R., Bartels, E.M., Kok, F.J., Sierksma, A., Raben, A., Astrup, A., 2013. Is beer consumption related to measures of abdominal and general obesity? A systematic review and meta-analysis. Nutrition Reviews 71, 67–87. doi:10.1111/j.1753-4887.2012.00548.x
[14] De studies die bier vergeleken met alcoholvrij bier vermeldden de resultaten gepaard, dus als gemiddelde verandering binnen personen met bijbehorende standaarddeviatie (SD) of significantie (P). De bier/geen bier studies rapporteerden alleen gemiddelden per groep +/- SD voor de diverse meetmomenten. De standaarddeviaties van de daaruit berekende gemiddelde veranderingen zijn stukken groter dan de standaarddeviaties van de gemiddelde veranderingen van het gewicht binnen personen in de gepaarde vergelijkingen; vergelijk Bendsen et al figuur 4A met figuur 4B. De veel nauwkeuriger gepaarde gegevens zijn uit de oorspronkelijke metingen eenvoudig te berekenen, alleen deden sommige studies dat niet omdat gewicht niet het onderwerp was van de studie maar slechts ‘bijvangst’.
[15] The Dutch Beer Institute. PRESS RELEASE: Insufficient evidence for the beer belly www.kennisinstituutbier.nl/sites/default/files/Press%20release%20Beer%20belly%20research.pdf
[17] Markus, C.R., Sierksma, A., Verbeek, C., van Rooijen, J.J.M., Patel, H.J., Brand, A.N., Hendriks, H.F.J., 2004. Moderate whisky consumption in combination with an evening meal reduces tryptophan availability to the brain but does not influence performance in healthy volunteers. British Journal of Nutrition 92, 995–1000. doi:10.1079/BJN20041287
[18] De uitkomsten worden in het artikel niet vermeld, er werd alleen vermeld ‘ANOVA with ‘Treatment’ (whisky v. water) as the within-subjects factor did not reveal a significant effect (P > 0·8).’
[19] De auteurs schrijven: ‘On the experimental test day of each treatment condition, the subjects received an evening meal at 17.00 hours combined with either whisky or water. At 2 h after dietary intake (at 21.00 hours), a blood sample was taken and thereafter (21.15 hours) a psychometric test was conducted.’ Dat kan niet; van 17 u tot 21 u is 4 uur, niet 2 uur. Waarschijnlijk was ‘2 h’ een vergissing. Het alcoholgehalte in het bloed was een half uur na de whisky 0,5 g/L (dat is de grens waarbij je geen auto meer mag rijden) en was drie uur na de whisky gezakt tot 0,14 g/L. De test begon nog een uur later; ik vermoed dat het alcoholgehalte toen vrijwel nul was. Dan kun je overigens nog steeds niet veilig auto rijden (Schweizer, T.A., Vogel-Sprott, M., 2008. Alcohol-impaired speed and accuracy of cognitive functions: A review of acute tolerance and recovery of cognitive performance. Experimental and Clinical Psychopharmacology 16, 240–250. doi:10.1037/1064-1297.16.3.240 Liu, Y.-C., Ho, C.H., 2010. Effects of Different Blood Alcohol Concentrations and Post-Alcohol Impairment on Driving Behavior and Task Performance. Traffic Injury Prevention 11, 334–341. doi:10.1080/15389581003747522)