In de loop der jaren zijn we steeds minder volle melkproducten gaan eten en drinken. In plaats daarvan nemen we halfvolle en magere melk, magere yoghurt, cottage cheese. Maar de koe produceert alleen volle melk, dus blijft de melkfabriek met het vet zitten. Een deel daarvan gaat in de kaas, maar de rest is slecht verkoopbaar. Melkvet heeft een slechte reputatie omdat het het cholesterol en de kans op een hartinfarct verhoogt. De zuivelindustrie voert daarom wereldwijd een campagne om het imago van melkvet te verbeteren. Daarbij worden nu ook de vitamines in de strijd gegooid.[1]
Melkvet bevat inderdaad vitamine A. Het is zelfs het voedsel waarin vitamine A 100 jaar geleden voor het eerst is ontdekt.[2] Maar voor Nederlanders is melkvet geen belangrijke bron van vitamine A. Melk levert 3% en kaas 8% van onze vitamine A. Belangrijke bronnen van vitamine A zijn vleeswaren, groenten, vruchtensap en margarine.[3] Tekorten aan vitamine A zien we in NL niet, dat is vooral een probleem van arme kinderen in de tropen. Volle melk drinken voor de vitamine A heeft dus geen zin.
Veel mensen denken dat melkvet en roomboter vitamine D leveren, maar van zichzelf bevat melk weinig vitamine D. In de Verenigde Staten en Zweden wordt er daarom vitamine D aan toegevoegd. In Nederland gebeurt dat bij margarine maar in melk of roomboter wordt geen vitamine D gedaan, en daarom zijn melk en zuivel geen belangrijke bron. In totaal leveren ze ca 10% van het totaal 3.
Melk is wel een goede bron van vitamine B-12. Dat is belangrijk voor mensen die geen vlees eten, want voor hen is zuivel eigenlijk de enige bron.[4] En melk is ook een belangrijke bron van vitamine B-2. Maar die B-vitamines lossen niet op in vet maar in water, daarom zitten ze in magere melk net zo goed als in volle melk. En datzelfde geldt natuurlijk voor het calcium.
Alles bij elkaar levert melkvet dus calorieën en verzadigd vet maar verder weinig nuttigs. Geen reden dus om er meer van te eten. Maar waar de melkfabrieken dat vet moeten laten als wij het niet opeten — ja, dat weet ik ook niet!
[2] Thomas B. Osborne, Lafayette B. Mendel, and with the cooperation of Edna L. Ferry and Alfred J. Wakeman THE RELATION OF GROWTH TO THE CHEMICAL CONSTITUENTS OF THE DIET J. Biol. Chem. 1913 15: 311-326.
[3] RIVM. Voedselconsumptiepeiling 2003, mannen en vrouwen van 19 t/m 30 jaar, micronutriënten.
[4] Ook eieren leveren vitamine B-12 maar de opname uit eieren in het lichaam gaat iets moeilijker (Doscherholmen A, diverse publicaties).